twents schrijver die zijn tijd vooruit was

Kring van vrienden en bekenden

Het is ondoenlijk om alle vrienden, bekenden en andere connecties in een volledig overzicht te presenteren. Op het gevaar af om belangrijke relaties over te slaan, proberen we enkele markante connecties te benoemen.

Mark (Fred) Wessels

Beeldend kunstenaar en ontwikkelingswerker in Amsterdam/Bali (1937-2020)

Ze hebben elkaar in de zestiger jaren leren kennen bij fotohandel Wim Prins. Met Mark (voorheen Fred) had Johan een broederlijke band. (Johan noemt hem ‘mijn broer Fred’ in De trap der vergezichten.) Mark maakte hem wegwijs in het Amsterdam van de schrijvers en de kunstenaars. Daar was Mark o.a. betrokken bij de ‘happenings’ van Robert Jasper Grootveld bij ‘Het Lieverdje’. Hij maakte deel uit van een groep ‘zoekers’ naar nieuwe ankerpunten, in plaats van verouderde (gezags)structuren. Johan en Mark vonden elkaar vooral op het spirituele vlak. Vertrouwenspersoon.

Wim van Oostrom

Beeldend kunstenaar in Hengelo (ov)

Wim en zijn vrouw Wies van Oostrom waren zeer nauw bevriend met Johan Gigengack. Vaak samen op pad, eindeloze avonden filosoferen en gewoon lachen en genieten. De door Wim en Wies opgerichte Galerie De Pook speelde een belangrijke rol in de opleving van de Hengelose en Twentse kunstenaarswereld in de zestiger - en zeventiger jaren. Wim vervaardigde het dodenmasker van Johan Gigengack. Hij acteert als één van de personages in De trap der vergezichten.

Professor Hendrik Entjes

Emeritus hoogleraar Nedersaksische taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen (1919-2006)

Professor Entjes was een autoriteit op het gebied van de Oost-Nederlandse taal- en letterkunde. Met hem had Johan diepgaande gesprekken en briefwisselingen over wat in Johan’s beleving de essentie van de streektaal was: uitdrukking geven aan de eigen gevoelens en gedachten. Entjes biedt aan deze gedachtenwisseling een podium, onder anderen door het plaatsen van een uitvoerige brief van Johan in de Driemaandelijkse bladen (’75/4).

Frans Gigengack

Oprichter en oud-directeur van het gelijknamige Amusement Center

Frans Gigengack denkt aan zijn neef Johan terug als een prettig en behulpzaam persoon. Niet alleen met Frans, maar ook met de vele andere familieleden onderhield Johan een warm contact. Frans en Johan vulden elkaar aan, hielpen elkaar veelvuldig en konden het daarnaast ook uitstekend met elkaar vinden. Hoewel Johan in zijn familie in zekere zin een buitenbeentje was, werd hij alom geaccepteerd en gerespecteerd.

Jan ten Voorde

Beeldend kunstenaar, actievoerder en pleitbezorger voor belangen van kunstenaars. Lid van de Culturele Raad Overijssel. (1941-2011)

Met kunstbroeder Jan ten Voorde deelde Johan Gigengack in het bijzonder de interesse in mystiek en symboliek in de kunst. Jan hierover in 1969: ‘Het frappante is dat hij [Johan Gigengack] met woorden uitdrukt, wat ik met mijn verf en ander materiaal probeer te zeggen.’ Namens de bevriende kunstenaars sprak Jan een afscheidsrede uit bij de begrafenis van Johan Gigengack. Jan is één van de hoofdpersonen in De trap der vergezichten.

Piet Verberne

Grafisch kunstenaar/illustrator in Hengelo (ov). (1930-2018)

Piet was de vaste illustrator van de voorpagina van de Twentse Post. Met zijn eigen stijl gaf hij een nadere identiteit aan het blad. De bijdrage van Piet maakte deel uit van de modernisering enige tijd na de overgang van Twènterlaand en -leu en -sproake naar de Twentse Post. Door hun tijdloze karakter bleken de tekeningen uitstekend te voldoen om zowel de klassieke Twentse als heel moderne thema’s te verbeelden. ‘Volgens mij is het de beste tekenaar van oergezichten’, aldus Johan Gigengack in 1971 over zijn voorpagina-illustrator en vriend.

Meester Gerard Vloedbeld

Onderwijzer, journalist en streektaalschrijver (1884-1961)

Deze eerste echte bouwer aan de Twentse taal vond in Johan Gigengack een metgezel in de strijd om de streektaal een eigen podium te geven. Beiden waren van mening dat het Twents een ‘volledige taal’ is waarin je ook literatuur kunt scheppen. Vloedbeld was de oprichter en eerste voorzitter van de "Twentse Schrieverskring", en hij was redacteur van Johan Gigengack’s Twenterlaand en -leu en -spraoke.

Jan van der Leest

Beeldend kunstenaar in Hengelo (1907-1971)

De vrienden Jan en Johan herkenden veel in elkaar, begrepen elkaar. Jan was een selfmade kunstschilder met een krachtige eigen stijl. Hij was bovendien geliefd in het Hengelose kunstenaarswereldje van de zestiger jaren. Een andere gemeenschappelijke vriend van Jan en Johan was Maupi Staudt. Johan was diep getroffen toen zijn vriend Jan in 1971 overleed. Die gevoelens heeft hij verwoord in een gedenkkaart die hij voor Jan maakte.

Bert Meinen

Beeldend kunstenaar in Delden

Bert was een aanstormend talent toen hij zijn intrede deed in de Hengelose kunstenaarswereld. Zijn ster rees snel en met zijn in het oog springende kunstwerken, waaronder de ‘ballen’ aan de Deldenerstraat in Hengelo, kreeg hij brede bekendheid. Zoals hij beschrijft in De trap der vergezichten, voelde Johan een klik met deze jonge kunstenaar en met zijn werk. Hij noemde hun kennismaking ‘een moment van zeldzame nabijheid’.

Simon vinkenoog

Schrijver en dichter (1928-2009)

Bij deze moderne schrijver en exponent van de hippiegeneratie vond Johan de geestelijke ruimte en vrijheid om te denken buiten de Twentse kaders om. Met Vinkenoog was niets onbespreekbaar, van onconventioenele poëzie tot liefde en seks, van filosofie tot hallucinogene ervaringen. Alles in dienst van het zoeken naar de waarheid. Amsterdam moet daarom voor Johan in die tijd hebben gevoeld als ‘even aan het zuurstof’. (Foto Brendan van den Beuken.)

Willem Witkam (Willem van der Goes)

Boekhandelaar, uitgever en dichter

In 1974 stelde Witkam, als uitgever een belangrijke promotor van de streektaal, aan Johan voor om een boek samen te stellen over Twentse woorden en uitdrukkingen. Niet alleen maakte dit voorstel diepe indruk, ook betekende het een begin van een verwerkingsproces, bijna dertien jaar na de rel rond De boetenste duusternis. Het mondde uit in ruim een jaar veldwerk om het materiaal voor Twentse woorden en gezegden te verzamelen. Met de uitnodiging heeft Witkam het verschijnen van Johan’s monumentale werk mogelijk gemaakt.

Jan (Sjeng) Baetsen

Beeldend kunstenaar in Hengelo (ov)

Jan Baetsen is beeldhouwer, (wand)schilder en tekenaar en maakt non-figuratief werk. Dat hij daarmee ook Johan Gigengack wist te raken, valt op te maken uit de openingsspeech door Gigengack bij een expositie van schilderijen en tekeningen van Baetsen in oktober 1965 in Galerie De Pook in Hengelo. ‘Baetsen wil u in kennis stellen met wat hij recentelijk uit zien diepste werkelijkheid aan innigste ervaringen heeft veroverd en meegebracht, niet in woord maar in beelden’. Jan speelt een belangrijke rol in De trap der vergezichten.

Frans Bolscher

Kunstschilder en meubelmaker in Hengelo (1942-2010)

In 1962 werd een artikel in de Twentse Post gewijd aan Frans, over wie Johan zei: ‘Bolscher heeft een weg voor zich met eerlijke beloften’. Het werk van Frans kende een schijnbare tegenstelling tussen fragmentatie en innerlijke totaliteit. Iets dergelijks ervaart Bolscher in zijn inspiratie: ‘Na perioden van afzondering in stilte keer je onherroepelijk weer terug tot de stroom, tot de mensen en het leven van alledag, om te ervaren al de gebeurtenissen, droevige, vertederende, verheugende’.
Frans Bolscher heeft een korte tijd bij het gezin van Johan ingewoond.

MaupI Staudt

Artiest (1891-1965)

De vriendschap tussen Johan en Maupi (Maurits Frederik) Staudt is vermoedelijk begonnen vanaf het moment dat Maupi deel uitmaakte van de redactie-adviesraad voor Twènterlaand en -leu en -spraoke. Maupi was een veelzijdig en talentvolle artiest die verschillende creatieve specialismen ontwikkeld had op gebieden als theater, schilderen, dichten, goochelen en schrijven. In de woonkamer van Johan Gigengack hing een groot schilderij van Maupi van de Haaksbergse watermolen.

Pater Ribbert

Priester, prior, schooldirecteur, leraar Duits (1894-1972)

Pater dr. Petrus Thomas Ribbert was leraar Duits op het seminarie in Zenderen. Hij was in 1933 gepromoveerd op onderzoek naar het dialekt rondom Tilligte. Als deskundige op het gebied van het Twents introduceerde hij Johan in het wereldje van streektaalregionalisten.

Johan Legtenberg

Streektaaldichter (1888-1959)

Johan Legtenberg was één van de mensen die Johan Gigengack begeleidden en stimuleerden bij de eerste schreden op het pad van de streektaal. Johan Gigengack bezocht hem veel en behoorde tot de grote groep regionalisten die het dichterschap van Legtenberg hoog aansloegen. Na het overlijden van Johan Legtenberg schreef Johan Gigengack: ‘Johan Legtenberg is nich meer. Toch wa! In zien weark leaft hee verdan, en is hee - den ok mienen leermeister west hef, vuur de Twentse spraoke van blieven betekenisse.’

Evert Strobos

Beeldend kunstenaar in Hengelo (ov)

Evert, zijn broer Karel en hun vader kwamen regelmatig op bezoek bij Johan thuis. Ondanks de verschillen in achtergrond en denkbeelden was er een vriendschappelijke band tussen Johan en het gezin Strobos. Johan volgde het werk van Evert nauw met onder meer verslagen in de Twentse Post.

Gerhard ten Holt

Fabrieksdirecteur en euregionalist (1912-1967)

Gerhard ten Holt was directeur van een metaalfabriek in Hengelo. Daarnaast hield hij zich gepassioneerd bezig met de Twentse taal en folklore. In zijn streven naar een Nedersaksikshe beweging betrok hij nadrukkelijk ook de aangrenzende Duitse regio. Johan Gigengack drukte Gerhard's tijdschrift Moderspråke en Nåberschup (1958-'61). Voorts publiceerde Gerhard Twentse verhalen in Twenterlaand en -leu en -spraoke. In de zestiger jaren stelde hij Hengelose kunstenaars in de gelegenheid te exposeren in zijn gieterij.

Jan ten Holt

Scandinavist, oudgermanist en paleograaf /runoloog

Evenals zijn vader Gerhard ten Holt was drs. Jan ten Holt actief in de Nedersaksische streektalen. Al vanaf zijn veertiende jaar bracht Jan regelmatig een bezoek aan Johan. Een vriendschap die vijftien jaar (tot Johans overlijden in 1976) duurde. Bij Johan werd Jans Nedersaksische jongerentijdschrift 'Heemland' gedrukt (1964-65) en over het taalonderzoek van Jan werd in de Twentse Post regelmatig gepubliceerd. Jan deed verder onder meer handschriften- en runenonderzoek aan de Universiteit van Kopenhagen.

vrienden

Wij noemen nog enkele (jeugd)vrienden en contacten van Johan Gigengack: Jopie Boxelaar en Henk Kolner. Marinus van Rooy. Henk Nadorp. De violist Gerhard Roelofs. Fotograaf Wim Prins en diens zoon Harry Prins. Regisseur Bert Mutter. Brandie Oosterwold. Jan Berfelo. Jan Willemse. Ger Lensen. De vele vertrouwde contacten op het platteland voor zijn onderzoek naar de Twentse taal.